Verschillen tussen Bacteriën, Virussen en Schimmels

Verschillen tussen bacteriën, virussen en schimmels: bacteriën zijn 0,3-1,0 μm groot, virussen 20-400 nm, schimmels 3-10 μm;

Bacteriën, virussen en schimmels zijn alledrie micro-organismen die invloed hebben op onze gezondheid. Hoewel er een aantal overeenkomsten zijn tussen de drie, zijn er ook belangrijke verschillen tussen bacteriën, virussen en schimmels.

Verschillen in afmeting

Een van de grootste verschillen tussen bacteriën, virussen en schimmels is hun grootte. Bacteriën zijn de meest kleine van de drie, met afmetingen variërend van 0,3 tot 1,0 micrometer (μm). Virussen zijn iets groter dan bacteriën, met afmetingen variërend van 20 nanometer (nm) tot 400 nm (of 0,04 μm tot 0,4 μm). Schimmels hebben een veel groter bereik in grootte, variërend van 3 μm tot 10 μm of langer.

Vergelijking van cellen

Een ander belangrijk verschil tussen bacteriën, virussen en schimmels is hun complexiteit. Bacteriën bestaan ​​uit één cel met alle organellen zoals mitochondriën, endoplasmatisch reticulum, ribosomen, etc. Virussen bestaan ​​uit een extern omhulsel genaamd capside met daarin een stukje genetisch materiaal dat DNA of RNA kan zijn. Schimmels hebben echter meerdere cellen met alle organellen.

Manier van voortplanting

Een ander verschil tussen bacteriën, virussen en schimmels is hun manier van voortplanting. Bacteriën voortplanten door middel van binary fission waarbij twee gelijke cellen worden gevormd. Virussen voortplanten door infectie van hostcellen. Eenmaal in de gastheercel vermenigvuldigt het virus zich door het proces van transcriptie en replicatie. Schimmels voortplanten door middel van beide geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.

Ziekteverwekkers

Een ander groot verschil tussen bacteriën, virussen en schimmels is hun rol als ziekteverwekker. Sommige bacteriën kunnen pathogeen zijn, wat betekent dat ze ziekten kunnen veroorzaken. De meeste pathogene bacteriën veroorzaken infecties die behandeld kunnen worden met antibioticum. Veel virussen zijn pathogeen, waaronder sommige veel voorkomende virale infecties zoals de griep, herpes, hepatitis en HIV. Er zijn echter slechts een paar soorten schimmels die pathogeen zijn en meestal worden gediagnosticeerd bij mensen met verzwakte immuunsystemen. Enkele voorbeelden zijn candidiasis en aspergillose.

Resistensie tegen geneesmiddelen

Het laatste verschil tussen bacteriën, virussen en schimmels is hun resistentie tegen antibiotica. Bacteriën kunnen resistent worden tegen antibiotica door selectief mutaties in hun genoom te ontwikkelen. Dit betekent dat bacteriën die blootgesteld zijn aan antibiotica, de meeste medicijnen kunnen weerstaan. Virussen zijn echter niet resistent tegen antibiotica, omdat ze geen eigen metabolisme hebben. Ze zijn afhankelijk van hun gastheercellen voor voeding, metabolische processen, enzovoort. Net zoals bij bacteriën, hebben schimmels ook mutaties die hen resistent maken tegen antibioticum.

Conclusie

Hoewel bacteriën, virussen en schimmels een aantal gemene kenmerken hebben, bestaan ​​er ook duidelijke verschillen tussen deze micro-organismen. Grootte, complexiteit, voortplantingsmethoden, pathogeniteit en resistentie tegen geneesmiddelen zijn allemaal standaardverschillen tussen deze organismen. Door deze verschillen te begrijpen, kunnen we beter begrijpen hoe deze micro-organismen impact hebben op onze gezondheid en welzijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *