Grote verschillen tussen Vlaams en Nederlands hebben invloed op de communicatie. Woordenschat en dialect verschillen tussen de talen, wat voor verwarring kan zorgen bij communicatie. Verschillen in uitdrukkingen en gezegdes dragen ook bij aan de verwarring. Het is belangrijk om deze verschillen te erkennen en rekening te houden met de ander om beter te communiceren.
In Belgiƫ wordt er door een groot gedeelte van de bevolking twee talen gesproken: het Vlaams en het Nederlands. Hoewel deze twee talen meer overeenkomsten dan verschillen met elkaar hebben, zijn er toch een aantal zaken waarin ze sterk van elkaar afwijken. Door deze verschillen kunnen er problemen ontstaan in de onderlinge communicatie tussen beide talen.
Verschillen in woordenschat
De belangrijkste verschillen tussen Vlaams en Nederlands zitten hem in de woordenschat. Hoewel beide talen vele gemeenschappelijke woorden delen, kan hetzelfde woord in het Nederlands weer anders betekent in het Vlaams. Bovendien heeft het Vlaams ook een aantal unieke woorden die het Nederlands niet heeft. Al deze factoren maken het voor iemand die de taal niet spreekt lastig om de communicatie te begrijpen.
Voorbeelden van verschillen in woordenschat
Hieronder volgen enkele voorbeelden van woorden die op verschillende manieren worden uitgesproken in het Vlaams en Nederlands.
- Stoel: In het Nederlands wordt dit woord uitgesproken als “stoewl”, terwijl in het Vlaams het als “stal” wordt uitgesproken.
- Kopje: In het Nederlands wordt dit woord uitgesproken als “kopjew”, terwijl in het Vlaams het als “kopke” wordt uitgesproken.
- Cent: In het Nederlands wordt dit woord uitgesproken als “sent”, terwijl in het Vlaams het als “synt” wordt uitgesproken.
Naast verschillen in woordenschat bestaat er ook een verschil in tongval tussen beide talen. In het Vlaams is de tongval sterker dan in het Nederlands, waardoor sommige woorden (met name langere woorden) vaak anders worden uitgesproken dan wat iemand in het Nederlands zou verwachten.
Verschillen in uitdrukkingen en gezegdes
Een andere factor waarmee rekening moet worden gehouden bij het communiceren tussen Vlamingen en Nederlanders zijn verschillen in uitdrukkingen en gezegdes. Onderling verschillende landstreken hebben vaak hun eigen varianten van dit soort uitspraken, waardoor het voor iemand die de taal niet goed beheerst lastig kan zijn om deze te vertalen naar de andere taal.
Voorbeelden van verschillen in uitdrukkingen en gezegdes
Hieronder volgen enkele voorbeelden van uitdrukkingen en gezegdes die in het Nederlands anders worden uitgesproken dan in het Vlaams.
- Iets met de poten blijven staan: In het Nederlands betekent dit “iets stoppen”, terwijl in het Vlaams dit staat voor “iemand ergens verlaten”.
- Iemand laten barsten: In het Nederlands betekent dit “iemand een straf geven”, terwijl in het Vlaams dit staat voor “iemand verlaten”.
- Iets als een malle doen: In het Nederlands betekent dit “iets snel of plotseling doen”, terwijl in het Vlaams dit staat voor “iets dom of onnodig doen”.
Hoewel deze verschillen zich meestal beperken tot taalvarianten zoals de bovenstaande, kunnen deze verschillen wel een aanzienlijke impact hebben op de communicatie tussen twee personen. Mensen die elkaar niet goed begrijpen, zullen moeite hebben met het begrijpen van elkaars taal.
Oplossingen voor de verschillen tussen Vlaams en Nederlands
Er zijn een paar oplossingen die kunnen helpen om deze verschillen tussen Vlaams en Nederlands te overwinnen. Ten eerste is het belangrijk om de verschillen in woordenschat en dialect te erkennen en hier rekening mee te houden bij het communiceren. Als je je ervan bewust bent dat er verschillen bestaan tussen de twee talen, kun je dit op een constructieve manier benutten om te begrijpen wat de persoon tegenover je bedoelt.
Ten tweede zou het een goed idee zijn om de andere taal wat te leren. Dit hoeft niet per se de hele taal te zijn; een basisbegrip van de belangrijke termen en uitdrukkingen in Vlaams en Nederlands kan al een heel eind helpen. Ook het trainen van je luistervaardigheid en het benutten van sociale media kan helpen om beter te begrijpen wat anderen zeggen.
Tot slot is het belangrijk om de taal die je spreekt regelmatig te herhalen en je zelfvertrouwen te versterken. Het gebruik van de juiste woorden en uitdrukkingen kan een groot verschil maken in je communicatie met anderen. Zorg er daarom voor dat je een goed gevoel hebt over je eigen taalgebruik voordat je probeert om met iemand te communiceren in een andere taal.