Verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen

Belangrijkste verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen: celwand (planten hebben een harde celwand, dieren hebben een dunner membraan), plastiden (planten hebben plastiden voor fotosynthese, dieren niet), vacuolen (planten hebben centrale vacuole, dieren hebben endosomen), celgrootte (planten zijn groter) en bacteriën (hebben geen celwand of celmembraan).

Plantaardig en dierlijk leven is zo verschillend dat de eerste ook wel eukaryotisch organisme wordt genoemd en de tweede prokaryoot. Deze verwijzingen zijn verwant aan de structuur van hun cellen, die enorm verschillend zijn. We gaan hieronder kort in op de belangrijkste verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen.

Verschil 1: celwand

De meest opvallende verschil tussen plantaardige en dierlijke cellen is de aanwezigheid van een celwand. Dit is een hard schild om de buitenkant van de cel dat sterker is dan de membranen van dierlijke cellen hetgeen betekent dat ze uitzetten en niet barsten bij drukverandering. Hoewel er geen celwand aanwezig is bij dierlijke cellen, hebben veel van hen een andere omhulsel zoals een schaal of vlies.

Verschil 2: Plastiden

Een ander verschil tussen plantaardige en dierlijke cellen betreft plastiden. Deze organellen staan ​​ook bekend als ‘chloroplas’ omdat de primaire functie ervan fotosynthese is. Plastiden helpen bij het produceren van energie door lichtenergie te absorberen en koolstofdioxide omzetten in energie-rijke suikers. Er zijn echter geen plastiden in dierlijke cellen, maar er zijn wel organellen die ervoor zorgen dat dierlijke cellen water en voedingsstoffen uit de omgeving kunnen gebruiken.

Verschil 3: Vacuolen

Een ander duidelijk verschil tussen plantaardige en dierlijke cellen is het vacuolensysteem. Plantencellen hebben vaak één centrale vacuole waarin alle afvalstoffen worden opgeslagen en waar soms ook vloeistoffen worden bewaard. Een vacuole helpt ook bij het handhaven van de vorm van de cel. In tegenstelling daarmee hebben dierlijke cellen geen vacuole, maar kleinere organellen die endosomen heten.

Verschil 4: Celgrootte

Een laatste verschil tussen plantaardige en dierlijke cellen is hun grootte. Plantencellen zijn meestal groter dan dierlijke cellen, wat te wijten is aan de aanwezigheid van een celwand. Dit betekent dat plantencellen minder actief zijn, maar meer voedingsmiddelen aan hun omgeving onttrekken. Daarentegen zijn dierlijke cellen meestal kleiner, waardoor ze snellere reacties kunnen hebben en meer interne processen kunnen uitvoeren.

Verschil 5: Bacteriën

Het is ook belangrijk om te weten dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen plantencellen, dierlijke cellen en bacteriën. Bacteriën hebben geen celmembraan, noch een celwand, en hebben daarom geen vacuole. Ze hebben geen plastiden en hebben meestal geen kern. Ondanks dat bacteriën niet tot planten of dieren behoren, hebben ze een belangrijke functie in het milieu.

Conclusie

Hoewel er een aantal gemeenschappelijke aspecten bestaan ​​in de structuur van zowel plantaardige als dierlijke cellen, hebben de verschillen tussen deze twee soorten cellen een significant effect op hun overlevingsstrategie. Van celwanden en plastiden tot vacuolen en bacteriën, elk type cel heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Hieronder vindt u een samenvatting van de belangrijkste verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen:

  • Celwanden: Plantencellen hebben een harde celwand terwijl dierlijke cellen een dunner membraan hebben.
  • Plastiden: Plantencellen hebben plastiden terwijl dierlijke cellen geen plastiden hebben.
  • Vacuolen: Plantencellen hebben vacuolen terwijl dierlijke cellen endosomen hebben.
  • Celgrootte: Plantencellen zijn groter dan dierlijke cellen.
  • Bacteriën: Bacteriën behoren niet tot planten of dieren, maar hebben een belangrijke rol in het milieu.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *